Jigoro Kano (28 oktober 1860 – 4 mei 1938) was de grondlegger van judo. Judo was de eerste Japanse martial art die wereldwijd erkend werd en de eerste die een officiële Olympische sport werd. Jigoro Kano introduceerde het gebruik van witte en zwarte banden en de dangraden om de verschillende niveaus van de beoefenaars aan te geven. Daarnaast was Kano een pionier van internationale sporten en hij werd het eerste Aziatische lid van het Internationaal Olympisch Comité (IOC).
Jigoro Kano werd geboren in het Japanse stadje Mikage. Op negenjarige leeftijd overleed zijn moeder en hij verhuisde met zijn vader naar Tokyo. De jonge Kano zat op diverse privé-scholen en had zijn eigen Engelse leraar. In 1874 werd hij naar een privé-school gestuurd die werd geleid door Europeanen om zijn Engels en Duits te verbeteren. In die tijd was Kano 1,57 meter en woog 41 kilo. Zijn grote wens was om sterker te worden.
Op een dag vertelde een vriend van de familie, Nakai Baisei, dat jiujitsu was een ideale manier van krachttraining. Hij demonstreerde Kano een paar technieken waarmij een kleinere man een sterkere tegenstander kon overwinnen. Kano besloot dat hij deze martial art wilde leren maar zijn vader vond dat hij een moderne sport moest gaan beoefenen. Toen Kano werd aangenomen op de Universiteit van Tokyo in 1877, ging hij op zoek naar jiujitsu leraren. Zijn zoektocht bracht hem bij Yagi Teinosuke.
Yagi stelde hem op zijn beurt weer voor aan Fukuda Hachinosuke, een leraar in Tenjin Shin’yō-ryū. Fukada gaf beginners een korte beschrijving van de techniek en liet hen dan vrij oefenen (randori) om ze de martial art bij te brengen door ervaring in plaats van theorie. Kano had moeite om Fukushima Kanekichi, een van de oudere leerlingen van de school, te verslaan. Daarom ging Kano andere technieken gebruiken op zijn rivaal. Hij begon met technieken van Sumo.
Toen deze niet hielpen ging hij nog meer trainen en probeerde een techniek (fireman’s carry) die hij had geleerd uit een boek over westers worstelen. Dit werkte en kataguruma maakt nog steeds deel uit van het judo repetoire. Uit onvrede over de ruwe en gevaarlijke technieken die bij jiujitsu werden toegepast (hij kwam vaak bont en blauw thuis, dit leverde hem de bijnaam “de pleister” op), selecteerde Kano een aantal technieken die de tegenstander konden uitschakelen, zonder hem daarbij ernstig te verwonden. Dit is de basis van judo.
In 1882 opende Kano op 22-jarige leeftijd de eerste judoschool: de kodokan. Behalve een training van het lichaam was voor Kano ook de training van de geest en het continue streven naar het verbeteren van de persoonlijkheid een primair doel, een instelling die bij veel westerse judoka’s niet altijd meer leeft. In 1909 werd Kano lid van het Internationaal Olympisch Comité. Als IOC-lid geloofde Kano in sport als middel om landen tezamen te brengen. Hij ijverde er voor om de Olympisch Spelen in 1940 te Tokyo te laten plaatsvinden.
Kano overleed op 77-jarige leeftijd aan boord van het stoomschip ‘Hikawa Maru’, op de terugreis van een rondreis door Europa. De officiële doodsoorzaak is longontsteking, maar er zijn ook hardnekkige geruchten dat Kano werd vergiftigd.